Ik heb vandaag bijna de klok rond geslapen (een kleine 10 uur) en slaap nog vast wanneer de wekker gaat en mij ruw uit mijn dromen haalt. Vandaag ons grote avontuur: de sneeuwschoenwandeltocht. Sneeuwschoenen, wat zijn dat? Dat zijn grote raketten die je onder je schoenen bindt.
Het doel is onze wildernishut Hukantupa. Daar zullen we één nacht doorbrengen. De tocht duurt ongeveer 10 km heen, en nog eens 10 km terug. Ik twijfel deze keer of ik het kledingadvies van Ruben opvolg. Ik kies toch voor mijn laarzen, want het gaat vandaag redelijk koud worden. Omdat ik relatief snel zweet, kies ik voor het tweelagensysteem: een thermo en een hardshell, en voor mijn benen een thermo en (ja, echt!?) een joggingbroek.
Ik neem een 'stevig' ontbijt. De anderen schrikken ervan dat ik zó veel eet (temeer omdat ik zo tenger van gestalte ben). Ik heb nu eenmaal nooit moeten kijken naar een kilo meer of minder. :)
Het kost enige moeite om onze schoenen stevig vast te maken, want ze moeten perfect aansluiten op onze laarzen. Het is even wennen om zo te wandelen. Schalks imiteer ik een pinguïn. Onder de sneeuwschoenen zitten gelukkig wel haakjes, die verhinderen dat we naar achteren schuiven, zoals bij het langlaufen wél het geval is. De stokken zijn op maat van de schouder, en bovendien instelbaar.
Onze bagage voor deze nacht wordt op de sneeuwscooter geladen, zodat we niet te veel moeten meenemen in onze rugzak. Fris en monter gaan we van start.
We zetten er stevig de pas in, en vrijwel meteen stijgen we een flink aantal hoogtemeters. Hoogteverschillen zullen we hier niet veel moeten overbruggen (althans niet diegene die ik al gewend ben geweest). Helemaal in het begin is er een stevige heuvel, en splitsen we ons eventjes op in twee groepen. Uiteraard kies ik voor de uitdaging: recht omhoog. Boven gekomen ontmoeten we de anderen, die het minder steile zijpad verkiezen.
Onderweg stopt Ruben af en toe even om een verhaal of anekdote te vertellen. Het valt mij op dat hij hier helemaal in zijn element is. Hij houdt goed contact met iedereen en luistert prima naar onze noden. Hij toont zich hier een echte leider, en helpt waar nodig.
We stoppen bij de wortels van een omgekapte boom, die daar al enige tijd ligt en fungeert als soort van oriëntatiepunt. In de boomwortels zitten kleine keien. Deze refereren naar de laatste ijstijd, toen het ijs nog vele kilometers hoger lag. Destijds was het wandelpad immers een rivier.
Ik baal ervan dat ik geen fototoestel kan vasthouden, want daarvoor voelen mijn vingers té koud aan én mijn dubbele handschoenen zijn te krap en onhandig om aan en uit te doen. Het is droog weer, en er is zelfs een streepje blauw te zien tussen de wolken door.
Af en toe stoppen we even om iets te drinken of te eten. Ik haal mijn thermos met zwarte thee uit mijn rugzak om een slokje te nemen. Vanmorgen hebben we ook twee sandwiches gemaakt voor onze lunch.
We steken het eerste meer over. Het grote voordeel is dat het januari is, dus het ijs is momenteel nog zeer dik en stevig. In het midden van het meer gekomen wordt het wel even glibberig. De bruine 'slijk'sneeuw wordt mede veroorzaakt door de verse sneeuw die recent is gevallen. Het loopt niet gemakkelijk, en de sneeuw vriest meteen vast aan onze sneeuwschoenen. We kloppen bij elkaar voortdurend het ijs van de onderkant van de sneeuwschoenen met onze wandelstokken. Teamwork!
Wie achteraan loopt is in zijn nadeel, omdat het pad al meerdere malen begaan is. Ik heb snel door dat het handiger is om een eigen, apart spoor te maken. Regelmatig komen we sporen tegen van dassen en bevers, niet toevallig aan de oevers van het meer. Ruben maakt ons hier onderweg graag attent op. Korhoenen komen hier ook veel voor.
...Maar plots sputtert de motor. Mijn volgorde binnen de groep wijzigt voortdurend, maar ondertussen bevind ik mij ergens in het midden.
Afgelopen zomer vond er een grote storm plaats, waardoor vele bomen omgewaaid zijn en de weg versperd hebben. Op een gegeven moment moeten we een heuvel steil omhoog. Een echt huzarenstukje. Het kost enige moeite, en hulp, voordat iedereen boven is geraakt. De vele sneeuw maakt het moeilijk, dus onze stokken komen hier heel goed van pas.
Vervolgens raken we het spoor bijster. Gaan we nog wel de goede richting uit? Dit was toch het enige pad, de enige route? Hebben we dan niet goed opgelet? En waar is Ruben gebleven?
We klimmen nog een stukje, maar zijn haast tot stilstand gekomen. De mensen vooraan, die reeds boven zijn gekomen, roepen ons toe dat het pad absoluut niet begaanbaar is. De mensen achteraan hebben ondertussen een ander pad ontdekt naar beneden, van de heuvel af. Dit pad ligt helaas ook bezaaid met restanten van de zomerstorm. Ruben zit even in dubio, en komt beide routes inspecteren. Hij verontschuldigd zich naar ons toe en geeft toe dat hij het ons niet makkelijk maakt. Dit kon hij niet voorzien. We verliezen veel kostbare tijd.
We gaan terug vanwaar we gekomen zijn. We besluiten om ons deze keer van de steile heuvel af te laten glijden, en gaan op ons zitvlak zitten. Dat gaat goed!
Ruben stelt voor dat we langs de oever van het meer gaan. Dat is de enige oplossing. Ondertussen krijg ik serieus last van mijn tenen en duimen. Mijn ledematen lijken wel bevroren, want ik heb er geen gevoel meer in. Lichte paniek. Gelukkig heeft Ruben nog voetwarmers bij zich, en even later hebben mijn voeten het heerlijk warm. Ik heb mijn laatste warmers immers gespaard voor morgen, tijdens de terugtocht. Ik ben blij dat ik mij verder niet te warm heb aangekleed, want het voelt prima zo. Goede kledingkeuze! Die achterstand haal ik zo weer in...
Onderweg stoppen we eerst even om een broodje van onze lunch te nuttigen, want we zullen veel later dan gepland op onze lunchplek aankomen. Het is belangrijk dat onze energievoorraad op peil blijft.
Ruben belooft ons dat we nu het ergste achter de rug hebben. Tijd voor een welverdiende pauze in de kota (ik geloof dat er 'plaats van vissen' in de naam staat, want elke kota heeft een naam) én een toiletbezoek.
Ruben start meteen met een vuur te maken. Dát heb ik dus ook gezien en geleerd tijdens deze reis. We mogen onze sneeuwschoenen uitdoen, zetten ons rond het vuur en krijgen een heerlijk bord paddenstoelensoep voorgeschoteld. Onze kuksa wordt gevuld met warme thee of koffie. De soep is heerlijk, en ik vraag nog een beetje bij. Nu zijn we volledig opgeladen om de laatste 2 km aan te vatten.
Ondertussen begint het al te schemeren. We halen onze hoofdlampjes tevoorschijn. Ik neem mijn waterfles uit mijn rugzak en merk dat het water intussen al half bevroren is, want mijn fles zit vol ijskristallen!
Het wordt nu gauw donker. We moeten nog één meer oversteken en dan nog een stukje bos trotseren. Voor mij is het laatste stuk dat nu komt absoluut een hoogtepunt. We zetten er allemaal stevig de pas in, want we ruiken onze stal. Links van mij, in zuidelijke richting, merk ik een heldere ster op. Zou dat Jupiter zijn? Stiekem ben ik dankbaar dat we in het donker aankomen: enkel het gekraak van de sneeuw onder je, een oneindig weidse vlakte rondom je, een onmetelijke stilte én bovenal een heldere, uitgestrekte sterrenhemel boven je... Er zijn momenten die zullen bijblijven, en dít is er voor mij zo één! Ik focus me op Jupiter. Ruben roept ons al enthousiast toe vanuit de verte: "Ik denk dat ik een huis zie...".
Aangekomen passeren we eerst buiten de toiletten (lees = een houten plank met een gat in) en de sauna. In het huisje zelf is geen elektriciteit. We doen buiten eerst onze sneeuwschoenen uit en zetten onze wandelstokken weg, alvorens binnen te gaan en onze laarzen in de inkomhal te zetten.
Nadien worden de kamers en bedden verdeeld. Velen vergeten in al hun euforie dat er natuurlijk in elke kamer eerst nog een vuur aangemaakt moet worden. Eens het haardvuur brandt, warmt het geleidelijk op. Van -25° tot een behoorlijk aangename kamertemperatuur.
Beneden zijn twee stapelbedden in de woonkamer en twee in een aparte kamer, en boven ook nog twee kamers met elk twee stapelbedden. Ik deel op de bovenverdieping een kamer.
We zetten ons aan de lange tafel. Ruben heeft iets lekkers voorzien om op te warmen. Een soort hutsepot met rode biet en augurken. Als dessert is er een soort cake.
Bedtijd! Andermaal is er noorderlicht te zien vannacht, maar dat laat ik deze keer aan mij voorbij gaan.
We krijgen een slaapzak én een deken, maar de temperatuur in de kamer is intussen zo aangenaam warm dat ik enkel gebruik maak van het deken. We spreken af dat wie 's nachts naar buiten moet om te plassen eerst de kachel even aanvult. Helaas zitten we opgescheept met een snurker, dus ook deze nacht is er van slapen vrijwel geen sprake voor mij. Rond half 2 ga ik even naar ons uitgedoofde vuurtje kijkje, en slaag ik erin om het aan de praat te krijgen.
Even later hoor ik een reisgenoot de kamer verlaten voor een toiletbezoek. Ik besluit te wachten tot ze terug is, om haar af te lossen. Ik gooi nog een blok hout in de kachel. Nu zijn we alvast zoet tot morgenvroeg. Het is al tegen half 5 wanneer ik eindelijk indommel. Er is geen uur gezegd, en het is half 9 wanneer we wakker worden. Tijd genoeg echter voor een eenvoudig, smakelijk ontbijtje. Ruben zorgt heel goed voor ons. "Jullie hebben nu als groep sisu* getoond." (*een Fins begrip wat zoveel betekent als: 'De reservetank energie die we aanboren als we aan het eind van onze mentale en fysieke krachten denken te zijn.').
Iedereen heeft zich zeker overtroffen tijdens de wandeling gisteren. Als de nood het hoogst is, is Ruben nabij. :) Hij belooft dat de wandeling terug naar de camping een eitje wordt... en dat wordt het inderdaad. Onze sneeuwschoenen staan instap klaar op ons te wachten. Er worden vandaag geen hoogtemeters afgewerkt, buiten een kleine heuvel in het begin van de route.
We wandelen weldra op een plateau (voor zover je daar van kan spreken in Finland), en genieten ten volle van de omgeving. We passeren ook enkele huisjes.
De terugtocht verloopt vlot, alleen staat er vandaag een ijzige wind. Al een geluk dat we vandaag niet moeten ijsvissen! Afhankelijk van hoe de wind staat, hebben we er nu en dan last van. Vooral als we een meer oversteken snijdt de wind verraderlijk in ons gezicht. Een bivakmuts dragen is dan ook inderdaad een must. Ruben spot zelfs wat ijs op mijn wangen en verwijdert het meteen. Sommigen hebben gratis witte mascara gekregen. Grappig om te zien!
We naderen alweer onze tussentijdse lunchplaats (dezelfde als de vorige dag). We grillen worsten in het open vuur en eten er een stuk brood bij. Super gezellig! We stoppen nog even bij de oudste berk uit de omgeving, en volgen dan op ons gemak het langlaufspoor terug naar de camping. We zijn, voor de verandering, ruim op tijd terug. Het is nog maar half drie. Dit avontuur zullen we niet snel vergeten!
Ook Kari is al aanwezig in het hoofdgebouw. Hij zal ons morgen begeleiden bij de sneeuwscootertocht. We delen allemaal een scooter per twee, en splitsen ons op in drie groepen. Wij vormen de ochtendploeg. De laatste groep van de dag rijdt volledig in het donker.
Aangezien ik mijn geld bij mij heb, maak ik van de gelegenheid gebruik om souveniers te shoppen voor het thuisfront. Voor Ruben hebben we ook een kaartje voorzien. Ik vond de week héél geslaagd, dus ik gun hem alvast een flinke fooi.
De rest van de namiddag zijn we vrij om te doen wat we willen. Sommigen opteren ervoor om nog even sleetje te gaan rijden, maar ik besef dat ik nog één kans heb om de sauna in ons huisje uit te proberen. Ik zet hem op het maximum en laat hem alvast een uurtje opwarmen, terwijl ik ondertussen mijn rugzak uitlaad en mij installeer.
Ik neem een volle emmer water mee de sauna in, en start direct met de opgietsessie. Ik gebruik bijna de volle emmer, maar het wordt helaas niet zo warm dat ik ervan ga zweten. Later krijg ik te horen dat je gemakkelijk twee volle emmers moet gebruiken. Ach,... volgende keer beter! Ik geniet nog even van ons knusse huisje, gooi de laatste houtblokken in het vuur (jawel, we staan volledig in het rood!), en geniet van een appel en een minutesoepje.
Morgen wacht onze laatste dag. Ik zal het knetterende haardvuur op de achtergrond missen, wanneer we al lang in ons knusse bed liggen. De kleine dingen des levens...
op weg naar onze overnachtingsplaats Hukantupawe toonden een sterk staaltje sisu... we passeerden met grote regelmaat een meer
uiteraard heeft onze reisleider een gedetailleerde wandelkaart
de oneindig uitgestrekte taiga
met sneeuwschoenen wandelen is even wennen...
ik had het niet te warm en niet te koud, enkel mijn handen en voeten hebben koude geleden
een groepsfoto mocht niet ontbreken!de laagstaande zon werpt een mooie oranje gloed over de bomen
bij helder weer tonen zonsondergangen hun mooiste pasteltinten bij het oversteken van een meer is het handig dat iedereen een eigen spoor maakt
het is ruim 17 uur en pikkedonker wanneer we eindelijk aankomen bij het huisje, een hoogtepunt voor mij!onze wildernishut Hukantupa
we maken ons klaar voor de terugtocht
onze lunchplek halverwegeworsten grillen aan een spiesje in het open vuur (helaas zijn het geen marshmallows, maar ik kan mijn bucketlist wél afstrepen)