Fameus is op zoek naar 10 illustratoren en 10 schrijvers om samen een 'kinder-doe-boekje' samen te stellen over de stad Antwerpen.
De bedoeling is om kennis te maken met deze stad via ludieke vragen, zoals bijvoorbeeld 'Wonen er boeren in den Boerentoren?'.
Dit was tevens de wedstrijdvraag. Bij deze vragen hoort dan telkens een verhaal met een illustratie.Twee inzendingen werden gekozen door het publiek via een stemactie op Facebook, en al de overige inzendingen door een onafhankelijke jury van ouders, kinderen, leerkrachten,...
Ik zette mij op een avond aan het werk, en er vloeiden niet één maar zelfs twee verhalen uit mijn pen! Mijn beide inzendingen kan u hieronder lezen.
*inzending één
Op een
mooie dag kreeg meneertje Boerentoren een brief van zijn oudste zuster, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
Hoewel ze bijna buren zijn, want ze wonen slechts 123 meter van elkaar. Hij was
nog aan het slapen op het moment dat de postbode arriveerde en hem de verzegelde
brief bezorgde.
Vroeger -we spreken over eeuwen terug- toen hij nog niet
bestond en zijn zuster jong en knap was, bestonden er nog geen postbodes. De
beroemde rivier van Antwerpen, de Schelde, blies toen zijn longen vol lucht en
de hevige wind voerde de brievenstroom vanzelf in de richting van de stad.
De 97 meter
lange Boerentoren rekte zich uit tot in de toppen van zijn tenen, en nam de
brief in ontvangst. Hij stopte de postbode als beloning enkele euro’s toe.
Euro’s had hij immers genoeg. Hij was misschien wel de rijkste meneer van heel
Antwerpen!
Mensen kwamen bij hem geld bewaren en weer afhalen. In plaats van
bloed stroomde er dus geld in zijn lichaam. Dat geld stroomde van de eerste tot
en met de zesentwintigste verdieping en weer terug. Een ononderbroken
geldstroom.
“Wat heeft
ze nu weer te melden?”, klaagde de Boerentoren. Van bij zijn geboorte was hij
al jaloers op zijn zuster. Zij was zoveel mooier en groter dan hem. Zelfs tot
in China toe stond zij bekend! Er zijn verhalen en liedjes over haar
geschreven. Dat kon men van hem niet zeggen.
Vroeger was hij enkel populair bij
de boeren uit de streek. Die kwamen hem af en toe eens bezoeken. Toch deed hij
op dit moment goede zaken in zijn bank. Hij was dan ook een zakenman in hart en
nieren.
Traag las
de Boerentoren de brief. De stad sliep nog, want het was vroeg in de ochtend.
“Mmmm”, mompelde hij zo af en toe. “Mmm, mmm”.
Wat stond er in die brief, denk
jij?
Meneertje Boerentoren trok een frons en dacht diep na. Hij keek even door
de vele glazen ogen om zich heen in de richting van zijn zuster. Die was, zoals
gewoonlijk op dit uur, haar ‘toilet’ aan het doen. Ze was zichzelf volop aan
het bewonderen in de spiegel en schonk geen aandacht aan haar jongere broer.
“Ziet ze daar staan,” dacht hij, “één brok elegantie”.
Hij schudde zijn plompe
hoofd.
Zijn
bejaarde zuster schreef dat de stad momenteel in een diepe crisis zit, en of
zij soms niet een beetje geld mocht lenen van hem. Met dit geldt kan men haar
‘restaureren’, een beetje opknappen, zodat ze er eeuwig mooi blijft uitzien. De
mensen komen immers van over heel de wereld om haar te bewonderen. Zij is ‘de
trots’ van Antwerpen.
Hier moest
de Boerentoren toch eens over nadenken. Geld had hij genoeg, dat was geen enkel
probleem. Hij nam het besluit om zijn ijdele zuster te helpen, en schreef haar
een brief terug. In ruil vroeg hij wel dat de vele toeristen een ommetje zouden
maken langs hem, zodat hij zeker niet vergeten wordt. Verder wil hij dolgraag
een plaatsje bemachtigen bij de verkiezing van het beroemdste gebouw van
Antwerpen. Wie weet lukt dit hem ooit nog wel.
*inzending twee
Tram 10
stopt bruusk.
“Oké, we zijn er. Iedereen uitstappen!” De dikke vinger van
meester Emiel wijst de hoogte in.
“Dit is ie dan, onze Boerentoren. Het op één
na hoogste gebouw van onze stad. Je kan hem al van ver zien.”
Zesentwintig paar
ogen staren nu tegelijk naar de hemel, evenveel als er verdiepingen zijn aan
dit gebouw.
Sam kijkt
omhoog. Hij moet zijn ogen afschermen, zo adembenemend is het uitzicht. Om van
achterover te vallen! “Wow”, stamelt hij. “Daar moeten heel veel boeren vast
enkele jaren aan gewerkt hebben.”
“Drie jaar lang”, antwoordt de meester.
Plots
schrikt Sam op.
“Meeeuuuuhhhh!!” Zijn vriend Abdul staat vlak achter hem. “Ik
koe van joe!”, grapt hij met tuitende lippen.
De meester bergt zijn stadsplan
weer op. Sam kijkt aandachtig naar de vorm van het gebouw. Die doet hem denken
aan een raketijsje.
“Tsjongejonge, daarboven zit je vast tussen de wolken.
Misschien kan je er zelfs de ruimte zien”, zegt Abdul.
“Vandaar noemt men dit
gebouw een wolkenkrabber”, vult de meester aan.
Sam vraagt
zich vooral af ‘hoe’ hoog het gebouw is, en hoeveel treden je moet doen om
helemaal boven te geraken. Helaas kan hij maar tot honderd tellen. Het zullen
er vast veel meer zijn! Alle boeren zijn echter verdwenen. Zouden ze misschien op
vakantie zijn naar een ver, exotisch land?
“Kom”, zegt
de meester, “we gaan naar binnen.”
Geen koeien, kippen, schapen of varkens te
bespeuren. Sam begrijpt er helemaal niets meer van...
Een rode
knop wordt ingedrukt. Daar gaan we dan, op weg naar de hemel! De meester legt
uit dat er vroeger op deze plaats veel gevochten werd. Later kwamen hier boeren
hun centjes afgeven.
“Nu noemt men deze toren de ‘KBC-bank’. Jullie kunnen vast
al raden waar de ‘B’ voor staat.”
We zijn er
gauw. De deuren van de lift schuiven al open. “Oooohhh! Wat een mooi
uitzicht!!”, kirt Sam.
Ginds kronkelt een rivier door het stedelijke landschap.
Dat moet de Schelde zijn. Hij tuurt naar omhoog door het raam en trekt een
pruillip. Jammer genoeg geen sterren te bespeuren.
De tram
vertrekt alweer.
Stop! Loopt daar nu geen boer met een riek in zijn hand? Het
lijkt wel of hij knipoogt naar Sam.
“Au?!”, roept Sam, en hij tast verbaasd in
zijn broekzak. Hij vindt er een miniversie van de Boerentoren. Het kleine
voorwerp past in de palm van zijn hand. Het topje van de toren schittert vrolijk
in het zonlicht. Wanneer hij dichterbij kijkt, lijkt het wel of er piepkleine
mannetjes door de ramen gluren. Vreemd?! Stiekem stopt hij het weg in de gleuf
van zijn rugzak. Gelukkig heeft niemand iets gemerkt. Straks zal hij het een
mooi plaatsje geven in zijn slaapkamer. Zo kan hij er nog uren naar kijken.
Sam heeft
vast het mooiste souvenier van de stad Antwerpen, maar hij merkt niet dat
zesentwintig paar ogen hem van achter de vele kleine raampjes van de
Boerentoren aanschouwen. Zouden er dan toch... ??
Geen opmerkingen:
Een reactie posten