"Ik wil beelden maken die nog niet gezien zijn, en volstrekt mijn eigen stempel drukken als graficus en illustrator."


maandag 20 juli 2009

Wij waren wie we waren

Wij waren wie we waren

dolend in onze hoven
zoekend als
over water en brood spraken wij elkaar
troebel en als een frisse wind
die hoger doet waaien stormde je
mij in bochten zonder omzien
een andere uitweg
was er niet en
wij liepen maar ontliepen zelden
een gat in
gewikkelde patronen
maar met mijn fijne vingeren vlocht ik je
langzaam open reeg je aan lijnde in
tot stippellijn-schaar-se lucht hoe lang
kan een mens nog de muren op en raken wij ooit
uit dit beschimmelde web van woede door -ja!-
de navel streng door te knippen aan het zacht
gesponnen zijden draadje (= lees bloedbaan)
terug naar de bron
dat zou pas baanbrekend zijn!

...En ik voel je
lijn uit
mijn ringvingerende vingers
vlinderen vrij

woensdag 15 juli 2009

Het huis wuift mij

Het huis wuift mij al van ver. Wij
zitten, beiden in de tuin onder een schaduw
van de appelboom. Wij plukken
maar zon bij gebrek aan appels, speels
werp ik een blik naar verstoppertje
zie niemand en niemand ziet mij. Wat rest er nog dan
te zoeken naar een chocolade ei dat nooit werd gevonden
of te blijven verlangen naar
de wei waarin ik mij zo vaak verloren vlinderde
mijn gele pingpongbal weggemaaid raakte
onder druk van al dat paasgeweld
te dwalen, dwalen als duiven hun reis heen
...en terug over een zee van stenen tot bij de deur.
Mogelijke inbrekers bijten knarsetandend hun voeten stuk
op kiezels die scherper worden

met de jaren. In de keuken treft mij
kasten met vrolijke stickers
waarop ik wel een verzameling drie decennia
zou willen handtekenen. Tijdens het eten
door haal ik cijfers van de kalender.
Het is ver zicht, die traditionele zondagen vol onderonsjes.
De flatscreen vormt een vreemd wezen.

Als een ware Madonna
doorloop ik de trap tussen waken en slapen, paradeer
met de veel te grote schoenen van oma naar
de staande spiegel, verdwijn weinig elegant
armen strekkend tot onder de kussens
reikend naar een Mariabeeld in het donker.
Zo fluoresceren wij mee.

In de kamer ernaast puilt een lade uit haar
voegen honderden foto 's, uit hun context gerukt
ze weten zich geen raad en hopen te worden ingelijst
samen met het huis. Twee huizen verder
groeit ook zo 'n appelboom.
Mijn dierbaarste herinnering
blijft de pit.

Uit de doos van Nelpandora

Nog wat oud materiaal tussen de regels door. Drie gedichtenprobeersels. Ze dateren van toen ik 17 jaar oud was:

1.
Op een vloerkleed
vol besmeurde voetstappen
weerklinkt in de duisternis
een waarheid, naakt

smeekt om kleren
sluiers om zich achter te verhullen
alledaagse werkelijkheid
verschroeit als schoeisel, verfoeilijk

om het onverbiddelijke feit
dat men hoopt
in de zwarte schaduw van een knieval
een nieuwe uitweg te bezingen, wanhopig

2.
Spatjes schemer
van de hemel
stukjes demer
in het hoofd
dagjes duister
van het leven
deeltjes donker
in de ziel

avond rondom de aura
nachtzwart is het hart

3.
Mona Lisaan

Ik had je kunnen inlijsten
als een blozende Mona Lisaan
je versieren en vuurrood strikken
met een heimelijke flirt.

Ik had je kunnen omlijsten
als een vogel in zijn kooi
je esthetische inhoud kaderen
met geen zilveren maar gouden kroon.

Ik had je kunnen weergeven in een portret
maar dan zou je verkleuren
polijsten en slijpen uit een ruwe diamant
...maar dan zouden er krassen op komen.