De keuze viel deze keer op een expositie van één van de grootste en meest invloedrijke kunstenaars van de 20ste eeuw: Pablo Picasso.
Deze expositie is permanent te bezichtigen in het Xpo center te Brugge.
Belangrijk om vooraf te weten is dat het accent wordt
gelegd op het ‘grafische’ aspect van zijn werk. Er zijn
verder ook een handvol originele creaties te zien in aardewerk, een originele brief
en enkele voorwerpen en foto’s. Vaak zijn deze gebruikt als ondersteuning of
extra toevoeging.
Zoals we weten was Picasso onderlegd in meerdere
disciplines, kortom hij was een ‘alleskunner’. Wat weinig mensen echter kunnen
aantonen is ‘welke’ disciplines hij allemaal meester was.
De tentoonstelling schenkt
verder ook aandacht aan enkele samenwerkingen die Picasso heeft aangegaan met
andere kunstenaars. Dit resulteerde vaak in een publicatie in de vorm van
een boek, zoals bijvoorbeeld het project de ‘Histoire
naturelle’ van de graaf van Buffon. Georges-Louis Leclerc was de oorspronkelijke
auteur van dit boek, dat succes had tot in de 19de eeuw. In 1936
bestelde Ambroise Vollard illustraties bij Picasso om het boek nieuw leven in
te blazen. Dit werden in totaal 36 gravures (= allemaal uitgevoerd in de techniek suikeraquatint)
van allerlei soorten dieren. In deze expositie zijn de originele werken te
bewonderen in combinatie met de boekversie.
De originele bladzijden uit het
boek (= beeld én tekst over het dier) worden gepresenteerd in vitrines. Het
boek is getiteld: ‘Picasso – eaux-fortes
originales pour des textes de Buffon’.
Een ander boek dat Picasso gerealiseerd heeft was ‘Le goût du
bonheur’. De titel dekt mooi de
lading. Picasso was als persoon een echte ‘bon vivant’. Hij heeft dan ook vaak en veel
erotische scènes afgebeeld in zijn werk. Dit boek bundelt deze opvallend
kleine, maar ‘rake’ werkjes. Vaak bestaan de tekeningen uit slechts een paar potloodlijnen, met
geregeld variaties op hetzelfde thema.
Deze tentoonstelling is overzichtelijk opgebouwd, en de
werken zijn verdeeld over de verschillende ruimtes én gangen van het museum. Zo
moest je soms wat deuren passeren, van het gelijkvloers naar boven (enkele
gangen door) en op het einde weer terug naar het gelijkvloers. Naast de gangen zijn telkens kleine ruimtes. Ergens in het midden van de tour kom je even
in de buitenlucht en kun je genieten van een mooi uitzicht over Brugge.
Het
mooie vond ik dat het gebouw altijd wel ergens aanwezig is in de werken. Dit
is duidelijk aantoonbaar in de foto’s die ik heb gemaakt, waarin de vele
reflecties van de ramen zichtbaar zijn.
Thema’s die een plek krijgen in deze tentoonstelling zijn,
onder andere, de keramiek, de grafische kunst (in het bijzonder), portretten en
poses van zijn laatste echtgenote Jacqueline (tevens ook een kunstenares), de
illustratiekunst, de knipselkunst, Spanje als habitat, Picasso als
vredesactivist, zijn fascinatie voor duiven,....
Er zijn ruim 300 werken te bezichtigen, en ik heb alles met
veel aandacht kunnen bekijken. De ‘signatuur’ van Picasso is in elk werk
duidelijk aanwezig.
Het was de eerste keer dat ik werk van
Picasso in het echt heb gezien, en ik moet zeggen dat ik enorm van deze
tentoonstelling heb genoten. Ik ben weer enkele ideeën rijker ben.
Zo heeft zijn
knipselkunst mij aangenaam verrast (= een combinatie van fotogrammen in
combinatie met de knipselkunst van Picasso). Je merkt verder dat hij zich
duidelijk heeft geïnspireerd op het werk van andere kunstenaars. Ik had reeds notie van Picasso vanuit de
vroegere lessen kunstgeschiedenis, maar heb nog ongekende facetten ontdekt
dankzij deze tentoonstelling.
Een klein deel (= collectie) van zijn keramische
werk is bijvoorbeeld gebundeld in een boek ‘Cearmiques
de Picasso’. Hij maakte maar liefst 25 000 stukken aardewerk (!!!), maar dit
weet het grote publiek niet. Omdat Picasso bovenal werk wilde maken voor ‘massapublicatie’, en het aldus ‘betaalbaar’ moest blijven, maakte hij authentieke
replica’s van zijn originele werken die vaak het nuttige aan het aangename
koppelen (zoals bijvoorbeeld de vorm in zijn gebruiksvoorwerpen vaak een functie heeft).
Picasso was dol op duiven, en dat merk je veelvuldig als je de expositie doorloopt.
Niemand ter wereld die zo trefzeker een duif kan penselen als hij!
Wat mij aansprak was het enorme gamma aan ‘technieken’ dat
Picasso heeft geprobeerd, én hij beoefende ze allen meesterlijk en met
verbazingwekkend veel gemak. Experiment stond bij hem voorop. Niet alleen
binnen de grafische kunst, maar ook binnen andere disciplines. Hij zei hier zelf over: “Techniek is belangrijk, op voorwaarde dat
je ze zodanig veel toepast dat ze volledig verdwijnt.”
Hij haalde alles uit
de kast, en probeerde steeds nieuwe dingen uit. Zo was er een gevoelig portret
te zien dat louter was opgebouwd uit vingerafdrukken en inkt.
Eén van mijn favoriete onderdelen in deze tentoonstelling was
de knipselkunst (en dit heeft Picasso
dan weer gezien bij zijn collega Henri Matisse). Zijn knipsels worden rechtstreeks in het
materiaal uitgesneden en gecombineerd met fotogrammen en foto’s.
Interessant hierbij
is het samenwerkingsverband met de fotograaf André Villers. Zij maakten samen
duizenden beelden in een tijdspanne van 10 jaar. Een dertigtal uitgelichte
werken met een poëtische tekst van Jacques Prévert vormen het album ‘Diurnes’, gepubliceerd in 1962. Erg
mooi!
Op het einde van de tentoonstelling besef je wat voor een genie Picasso was, en hoe
ver hij zijn tijd vooruit was. Het is een kunstenaar die mij wel ligt, dus ik
kan zijn werk zeker appreciëren. Hij heeft verschillende kunststromingen met
elkaar gecombineerd.
Aansluitend is er ook een expositie van tijdgenoot Juan Miro te bewonderen, en deze heb ik
ook gezien. Voor het werk van Miro was slechts één grote ruimte voorzien.
Ik
heb minder voeling met dit soort werk, misschien wel omdat het oeuvre van
Picasso vindingrijker, gevarieerder, concreter en oneindig veel rijker is. Bij
Miro krijg ik persoonlijk het gevoel dat het vaak dezelfde thema’s, technieken en materialen
zijn die terugkomen, maar dan in een andere volgorde.
Wat mij bij Miro in
eerste instantie aanspreekt is het kleurgebruik. Hij maakt gebruik van een
soort abstracte ‘tekenvorm’, die wat mij betreft veel moeilijker leesbaar is
dan het werk van Picasso. Desalniettemin blijft zijn werk mooi om naar te kijken.
Na afloop heb ik nog een kort bezoekje gebracht aan het Groeningemuseum, op slechts vijf minuten
wandelafstand. Ik was er ooit geweest, maar dat is ondertussen al vele jaren geleden.
Het
behoort zeker en vast niet tot mijn favoriete musea. Het museum is wel mooi
gelegen, en de koetsen die voorbij komen maken het decor een typisch, idyllisch Brugs
tafereel.
Inbegrepen in het ticket was een bezoek aan het Arentshuis, en daar loopt een tijdelijke expositie met werk van Roger Raveel en Raoul De Keyser.
Raveel gebruikt soms
fluokleuren, en deze komen heel helder en fris over. Boeiend bij Raveel zijn
uiteraard de afgesneden composities en het durven openlaten van ruimtes, soms
louter silhouetten. Deze elementen maken zijn werken spannend om naar te
kijken.
In het Arenthuis worden 24 werken van Raveel samen op één enkele muur
gepresenteerd, in combinatie met enkele kleinere werken. Een uitdaging voor de
curator om een mooi evenwicht te vinden, want op elk beeld gebeurt er wel iets....
Xpo Picasso: een kleine selectie van zijn keramiek
een grafisch werkje: aquatint
grafisch werk: lithografieën
originele afbeeldingen en teksten van dieren uit het boek ‘Histoire naturelle’
kaft van het boek ‘Le goût du bonheur’, met op de achtergrond enkele grafische werkjes
originele brief van Picasso, foto's, keramiek waar zijn vrouw Jacqueline op afgebeeld staat
Picasso portretteerde vaak zijn (laatste) vrouw en muze Jacqueline
gevoelig portret, opgebouwd uit vingerafdrukken en inkt
reeks knipselkunst van Picasso in combinatie met fotogrammen van André Villers
samenwerkingsproject met André Villers: detail
samenwerkingsproject met André Villers: detail
grafisch werkje (= houtsnede): de duif, die andere muze van Picasso
aansluitende expositie: Juan Miro
werkje van Miro