"Ik wil beelden maken die nog niet gezien zijn, en volstrekt mijn eigen stempel drukken als graficus en illustrator."


dinsdag 11 juni 2013

Inzendingen KidsGids

Na geruime tijd heb ik nog eens deelgenomen aan een wedstrijd. Voor mijn deelname aan KidsGids heb ik echter besloten geen illustraties in te zenden, maar wel twee verhalen.

Fameus is op zoek naar 10 illustratoren en 10 schrijvers om samen een 'kinder-doe-boekje' samen te stellen over de stad Antwerpen. 
De bedoeling is om kennis te maken met deze stad via ludieke vragen, zoals bijvoorbeeld 'Wonen er boeren in den Boerentoren?'
Dit was tevens de wedstrijdvraag. Bij deze vragen hoort dan telkens een verhaal met een illustratie.Twee inzendingen werden gekozen door het publiek via een stemactie op Facebook, en al de overige inzendingen door een onafhankelijke jury van ouders, kinderen, leerkrachten,...
Ik zette mij op een avond aan het werk, en er vloeiden niet één maar zelfs twee verhalen uit mijn pen! Mijn beide inzendingen kan u hieronder lezen.

Wedstrijdvraag: Wonen er boeren in den Boerentoren?

*inzending één

Op een mooie dag kreeg meneertje Boerentoren een brief van zijn oudste zuster, de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Hoewel ze bijna buren zijn, want ze wonen slechts 123 meter van elkaar. Hij was nog aan het slapen op het moment dat de postbode arriveerde en hem de verzegelde brief bezorgde. 
Vroeger -we spreken over eeuwen terug- toen hij nog niet bestond en zijn zuster jong en knap was, bestonden er nog geen postbodes. De beroemde rivier van Antwerpen, de Schelde, blies toen zijn longen vol lucht en de hevige wind voerde de brievenstroom vanzelf in de richting van de stad.

De 97 meter lange Boerentoren rekte zich uit tot in de toppen van zijn tenen, en nam de brief in ontvangst. Hij stopte de postbode als beloning enkele euro’s toe. Euro’s had hij immers genoeg. Hij was misschien wel de rijkste meneer van heel Antwerpen! 
Mensen kwamen bij hem geld bewaren en weer afhalen. In plaats van bloed stroomde er dus geld in zijn lichaam. Dat geld stroomde van de eerste tot en met de zesentwintigste verdieping en weer terug. Een ononderbroken geldstroom.

“Wat heeft ze nu weer te melden?”, klaagde de Boerentoren. Van bij zijn geboorte was hij al jaloers op zijn zuster. Zij was zoveel mooier en groter dan hem. Zelfs tot in China toe stond zij bekend! Er zijn verhalen en liedjes over haar geschreven. Dat kon men van hem niet zeggen. 
Vroeger was hij enkel populair bij de boeren uit de streek. Die kwamen hem af en toe eens bezoeken. Toch deed hij op dit moment goede zaken in zijn bank. Hij was dan ook een zakenman in hart en nieren.

Traag las de Boerentoren de brief. De stad sliep nog, want het was vroeg in de ochtend. 
“Mmmm”, mompelde hij zo af en toe. “Mmm, mmm”. 
Wat stond er in die brief, denk jij? 
Meneertje Boerentoren trok een frons en dacht diep na. Hij keek even door de vele glazen ogen om zich heen in de richting van zijn zuster. Die was, zoals gewoonlijk op dit uur, haar ‘toilet’ aan het doen. Ze was zichzelf volop aan het bewonderen in de spiegel en schonk geen aandacht aan haar jongere broer. 
“Ziet ze daar staan,” dacht hij, “één brok elegantie”. 
Hij schudde zijn plompe hoofd.

Zijn bejaarde zuster schreef dat de stad momenteel in een diepe crisis zit, en of zij soms niet een beetje geld mocht lenen van hem. Met dit geldt kan men haar ‘restaureren’, een beetje opknappen, zodat ze er eeuwig mooi blijft uitzien. De mensen komen immers van over heel de wereld om haar te bewonderen. Zij is ‘de trots’ van Antwerpen.

Hier moest de Boerentoren toch eens over nadenken. Geld had hij genoeg, dat was geen enkel probleem. Hij nam het besluit om zijn ijdele zuster te helpen, en schreef haar een brief terug. In ruil vroeg hij wel dat de vele toeristen een ommetje zouden maken langs hem, zodat hij zeker niet vergeten wordt. Verder wil hij dolgraag een plaatsje bemachtigen bij de verkiezing van het beroemdste gebouw van Antwerpen. Wie weet lukt dit hem ooit nog wel.

*inzending twee

Tram 10 stopt bruusk. 
“Oké, we zijn er. Iedereen uitstappen!” De dikke vinger van meester Emiel wijst de hoogte in. 
“Dit is ie dan, onze Boerentoren. Het op één na hoogste gebouw van onze stad. Je kan hem al van ver zien.” 
Zesentwintig paar ogen staren nu tegelijk naar de hemel, evenveel als er verdiepingen zijn aan dit gebouw. 

Sam kijkt omhoog. Hij moet zijn ogen afschermen, zo adembenemend is het uitzicht. Om van achterover te vallen! “Wow”, stamelt hij. “Daar moeten heel veel boeren vast enkele jaren aan gewerkt hebben.” 
“Drie jaar lang”, antwoordt de meester.

Plots schrikt Sam op. 
“Meeeuuuuhhhh!!” Zijn vriend Abdul staat vlak achter hem. “Ik koe van joe!”, grapt hij met tuitende lippen. 
De meester bergt zijn stadsplan weer op. Sam kijkt aandachtig naar de vorm van het gebouw. Die doet hem denken aan een raketijsje. 
“Tsjongejonge, daarboven zit je vast tussen de wolken. Misschien kan je er zelfs de ruimte zien”, zegt Abdul. 
“Vandaar noemt men dit gebouw een wolkenkrabber”, vult de meester aan. 

Sam vraagt zich vooral af ‘hoe’ hoog het gebouw is, en hoeveel treden je moet doen om helemaal boven te geraken. Helaas kan hij maar tot honderd tellen. Het zullen er vast veel meer zijn! Alle boeren zijn echter verdwenen. Zouden ze misschien op vakantie zijn naar een ver, exotisch land?

“Kom”, zegt de meester, “we gaan naar binnen.” 
Geen koeien, kippen, schapen of varkens te bespeuren. Sam begrijpt er helemaal niets meer van...

Een rode knop wordt ingedrukt. Daar gaan we dan, op weg naar de hemel! De meester legt uit dat er vroeger op deze plaats veel gevochten werd. Later kwamen hier boeren hun centjes afgeven. 
“Nu noemt men deze toren de ‘KBC-bank’. Jullie kunnen vast al raden waar de ‘B’ voor staat.”

We zijn er gauw. De deuren van de lift schuiven al open. “Oooohhh! Wat een mooi uitzicht!!”, kirt Sam. 
Ginds kronkelt een rivier door het stedelijke landschap. Dat moet de Schelde zijn. Hij tuurt naar omhoog door het raam en trekt een pruillip. Jammer genoeg geen sterren te bespeuren.

De tram vertrekt alweer. 
Stop! Loopt daar nu geen boer met een riek in zijn hand? Het lijkt wel of hij knipoogt naar Sam. 
“Au?!”, roept Sam, en hij tast verbaasd in zijn broekzak. Hij vindt er een miniversie van de Boerentoren. Het kleine voorwerp past in de palm van zijn hand. Het topje van de toren schittert vrolijk in het zonlicht. Wanneer hij dichterbij kijkt, lijkt het wel of er piepkleine mannetjes door de ramen gluren. Vreemd?! Stiekem stopt hij het weg in de gleuf van zijn rugzak. Gelukkig heeft niemand iets gemerkt. Straks zal hij het een mooi plaatsje geven in zijn slaapkamer. Zo kan hij er nog uren naar kijken.

Sam heeft vast het mooiste souvenier van de stad Antwerpen, maar hij merkt niet dat zesentwintig paar ogen hem van achter de vele kleine raampjes van de Boerentoren aanschouwen. Zouden er dan toch... ??

Geen opmerkingen: